In de ontwaakkamer word je enige tijd geobserveerd tot de verdoving uitgewerkt is. Afhankelijk van de aard en de ernst van de ingreep zal je het ziekenhuis dezelfde dag verlaten of opgenomen blijven. Soms word je wakker met een blaassonde die op het juist moment verwijderd zal worden.
Je kan even last hebben van lichte keelpijn, wat misselijkheid ervaren, soms wat overgeven. Het infuus blijft zitten tot deze klachten verdwenen zijn en je voldoende kan drinken.
Na de narcose mag je niet zelf met de wagen rijden, je moet voor iemand zorgen die je naar huis kan brengen.
Over het algemeen moet je rekenen op een herstelperiode van 1 à 2 weken. Bij grotere ingrepen, vb het wegnemen van de baarmoeder, kan dit langer zijn.
Je kan na een laparoscopie wat vaginaal bloedverlies hebben. Dat bloedverlies moet controleerbaar zijn en minderen tot het amper licht rozig tot bruinverlies wordt.
Bij buikpijn of krampen kan een pijnstiller helpen. Altijd eerst starten met paracetamol tenzij je daaraan allergisch zou zijn. Bij ontslag kan je een voorschrift voor pijnstilling vragen.
Je kan ook wat pijn hebben in de schouder, dit komt door het koolzuurgas waarmee de buik opgeblazen wordt en dat het middenrif prikkelt. Dit zal geleidelijk verdwijnen, goed liggend rusten de eerste dagen helpt. Vermijd heffen en tillen van lasten van meer dan 6kg.
Je mag zowel tampons als maandverband gebruiken. Je mag een douche nemen als de wondjes met waterbestendige klevers bedekt zijn. Je mag ook vrijen.
De hechtingen kunnen door de huisarts verwijderd worden na een week tot 10 dagen.
Na de ingreep dien je op postoperatieve controle te komen, ongeveer 6 weken na de ingreep. Je mag een week na de ingreep opbellen voor het resultaat van het weggenomen weefsel dat onderzocht werd en er wordt eventueel een verdere planning gemaakt.
Bij problemen of vragen, kan je het ziekenhuis, je huisarts of je gynaecoloog contacteren.