De kegelbiopsie van de baarmoederhals
Een conisatie is het wegnemen van een stukje van de baarmoederhals onder narcose in de operatiezaal. Dat stukje wordt weggenomen omdat er op het uitstrijkje afwijkende cellen gezien zijn .
We willen voorkomen dat de ganse baarmoederhals ingenomen wordt door afwijkende cellen en op die manier voorkomen we aldus het optreden van baarmoederhalskanker. Het wegnemen van het zieke stukje van de baarmoederhals gebeurt via dagopname in het ziekenhuis. U dient nuchter binnen te komen en nadien mag u niet zelf met de wagen naar huis rijden.
Terwijl u slaapt wordt de baarmoederhals gekleurd, zodat we duidelijk de zieke zone kunnen in beeld brengen. Met een lusje wordt dan de biopsie genomen.
Na de ingreep heeft u dus geen zichtbare sneetjes, alles gebeurt in de diepte van de vagina.
Er kan de eerste dagen na de ingreep een licht maandstonden gevoel aanwezig zijn, waarvoor u best een pijnstiller neemt. Werkongeschiktheid na de ingreep is zeer kort.
Het genezen van de plaatselijke wonde neemt ongeveer 6 weken in beslag. Gedurende die 6 weken kan u vaginaal verlies hebben; gaande van helder rood bloed over rozig, bruin en slijmerig verlies tot waterachtig verlies.
U mag gedurende die 6 weken niet zwemmen, geen tampons gebruiken, niet sporten en geen betrekkingen hebben. Douchen is geen enkel probleem.
Een week na de ingreep belt u ons op voor het resultaat van het microscopisch onderzoek dat zal aantonen of de baarmoederhals al dan niet reeds zieker was dan op het uitstrijkje en dat ook zal aangeven of de zieke zone volledig verwijderd is.
6 weken na de ingreep komt u op raadpleging voor controle van de wondgenezing. Tevens zullen we dan het verder beleid bespreken; ofwel het verder nauwkeurig nemen van de uitstrijkjes ofwel een verdere ingreep.